Honderd keer pop in je moerstaal (74)

Dit jaar schrijf ik een geschiedenis van de Nederlandstalige popmuziek in honderd chronologische stukjes, steeds geconcentreerd rondom één nummer. Vandaag deel 74.

Vorige week maandag kwamen we Ali B tegen, met de mededeling dat de Nederlandstalige hiphop rond deze tijd pas echt groot werd. Het ligt dan ook voor de hand dat we meer hiphopacts tegenkomen. Hoewel ik er een hoop heb weggelaten, komen we er vandaag inderdaad weer een tegen. Vandaag is het de beurt aan twee Diemense kaaskoppen: Lange Frans en Baas B.

Diemen is bepaald geen grote toeristische attractie. Je zou ook nooit verwachten dat er bekende rappers vandaan komen, als het niet pal tegen Amsterdam aan lag. De rapscene die daar al een tijdje was, had ook zijn uitstraling naar deze voorstad en rond 1997 kwamen Frans Frederiks en Bart Zeilstra in actie. Dat deden ze aanvankelijk nog in een collectief, de D-Men. (Goh, waarom zou dat zo heten…) Ook Yes-R en Brace, die we in aflevering 71 naast Ali B tegenkwamen, hebben bij de D-Men gezeten. Zo zie je maar weer: iedereen kent elkaar in dat wereldje en huiskleur doet er weinig toe.
  Met de harde kern van de D-Men maakte het grote publiek in 2004 kennis. De groepsnaam was intussen afgedankt, de rappers gebruikten hun eigen artiestennamen. Lange Frans, Baas B en Brace vlogen de top tien in met “Moppie”, maar de eerste twee schoten pas echt naar grote hoogten met “Zinloos”. Een rap over, inderdaad, zinloos geweld. Net als Ali B leerden we deze twee jongens kennen als rappers met een (sociaal wenselijke) boodschap.
  Het jaar daarop zouden ze nog een nummereenhit halen met “Het land van”. Deze vrij bijzondere akoestische rap had ik best kunnen behandelen in mijn rubriek. Niettemin is de keuze gevallen op “Ik wacht al zo lang” uit 2006, waarin de heren hun collega Brutus en rockzanger Tim Akkerman featuren:

“Ik wacht al zo lang” werd een beste radiohit, maar slechts een bescheiden verkoophit. Het had zijn moment niet mee. Toen we het leerden kennen, in april 2006, had Lange Frans net een akkefietje achter de rug. Stond daar in een disco een pornorap te houden voor middelbare scholieren, toen hij een ijsblokje naar zijn hoofd kreeg. Fransje stapt van het podium af en slaat een puber in elkaar (nog de verkeerde ook). Leuk, als je bekend bent geworden met een liedje over zinloos geweld…
  Maar goed, het liedje. We horen hier geen normaal hiphopnummer. Wat wij muzikaal van hiphop gewend zijn, is nog geënt op de funk en soul waar het genre uit ontstaan is. Hier klinkt een rockbegeleiding. Tim Akkerman, zanger van rockband Di-Rect, heeft blijkbaar zijn hele band meegenomen.
  De combinatie tussen hiphop en rock was zeker niet nieuw. Al in 1986 haalden Aerosmith en Run-D.M.C. een wereldhit met “Walk this way”. In de videoclip wordt een symbolische muur tussen de rockers en de rappers gesloopt; vanaf nu was hiphop definitief een mainstreamgenre. Nog datzelfde jaar kregen we de Beastie Boys, die de hiphop met de punk verbonden.
  In de jaren negentig werden rapelementen in hardrocknummers normaal met de opkomst van de nu-metal. Vooral Rage Against the Machine kennen we van rapmetal, maar talloze andere bands volgden dit voorbeeld. De invloed van RATM konden we bijvoorbeeld in aflevering 65 horen, bij Belgian Asociality.
  Het rapgedeelte lijkt, meer dan het andere werk van Lange Frans en Baas B, beïnvloed door Eminem. Eigenlijk is het opvallend hoe weinig invloed Eminem, toch veruit de populairste en meest geprezen rapper van begin jaren nul, op de Nederhop heeft gehad. Net zoals de Nederlandse rappers zich eerder al heel weinig aantrokken van gangsterrap. Maar goed, over dit nummer valt zijn schaduw dus wel. Opgefokt, emotioneel beladen, overhoop met de hele wereld: zo klinkt het.
  Eminem werd in zijn tijd wel gekarakteriseerd als een ‘emo-rapper’. Daarmee bedoelden ze natuurlijk letterlijk de emotie die hij in zijn muziek en teksten legde, maar het was ook een verwijzingen naar het muziekgenre emo. Zoals mijn lezers waarschijnlijk nog wel weten, was dat een vorm van punk die in deze tijd opkwam en waarmee het later nog vreselijk uit de hand zou lopen. Kort door de bocht kwam het neer op zelfmedelijden en woede op een schreeuwerige manier ten gehore brengen, waarbij aansprekende, meebrulbare refreinen vaak niet ver weg zijn. De muziek van “Ik wacht al zo lang” heeft daar trouwens wel wat van weg, al kunnen we ook de invloed van Linkin Park vermoeden – geen emoband, wel een emotionele nu metalband voor tieners.

Di-Rect, waar Tim Akkerman op de loonlijst stond, was (en is) een Haagse rockband die het in deze tijd bijzonder goed deed. Persoonlijk vind ik ze wat slapjes, veel te weinig origineel, maar ze kunnen goed overweg met veel verschillende rockstijlen. Punk, hardrock, klassieke rock, ze hebben het allemaal weleens laten horen. Emo, nu-metal en aanverwante vormen normaliter dus geen probleem. Ook Tim blijkt multi-inzetbaar: hoewel de zangtaal normaal gesproken Engels is, blijkt hij ook prima Nederlands te kunnen zingen. (Hij zou dat in 2008 herhalen, toen de band Tommy coverde).
  Wat hebben deze emojongens te zingen? De tekst blijkt te gaan over mensen die te vroeg doodgaan. Wensen ze zelf de dood? Lange Frans lijkt het te zeggen!

     Tussen gek, geniaal, iedereen, allemaal,
     je leest mijn boek en ik schrijf het verhaal,
     met het bloed uit m’n pen naar het eind van de gang,
     ik ben klaar, kom me halen, want ik wacht al zo lang!

“Ik wacht al zo lang” is eerst en vooral een zin uit het refrein, waarin Tim het houdt bij wachten op een antwoord dat je niet krijgt. Dat lijkt ook Baas B te willen:

     Ik geloofde in sprookjes en in de mensen,
     ik was tevreden, had weinig te wensen.
     Maar nu die tijd zonder zorgen voorbij is,
     vraag ik me af wat de reden voor mij is.

Brutus, die hier in de feature zit, wil in ieder geval nog niet dood:

     Misschien haal ik de 80 of het stopt bij 40,
     maar alsjeblieft niet eerder want ik vind het hier nog heerlijk!

Veelzeggend is de video. In de eerste twee coupletten zien we een kamer waarin Frans als een getergd kunstenaar op inspiratie wacht. Baas B zit in couplet twee in de kerk op een antwoord te wachten. Daarna komt de dood pas echt in beeld: een ziekenhuisscène en een begrafenis. (Het moet me van het hart dat Tim niet heel sterk acteert, maar dat terzijde.) Als het erop aankomt en je de dood in de ogen kijkt, kies je blijkbaar toch voor het leven.

Lange Frans, Baas B en Di-Rect zetten met “Ik wacht al zo lang” een geslaagde en bij vlagen indrukwekkende samenwerking neer. Toch klinkt het nummer anno 2017 gedateerd. De twee rappers zijn door betere collega’s ingehaald, de rockstijl van het nummer is uit de gratie geraakt. Maar één keer per jaar mogen we deze tijdcapsule toch wel opentrekken.