Het Kwartet in de Branding doet Canto Ostinato (in Werkhoven)

Vanochtend – althans, dat dacht ik – stond ik op met de bedoeling om één uur in Werkhoven te zijn. Het was behoorlijk schrikken toen de klok al halfeen aangaf; ik had blijkbaar een gapend gat in de dag geslapen, en dat zonder de avond ervoor een druppel te drinken! Dus ging ik, met een lege maag, in racetempo naar Werkhoven, waar ik zowat om klokslag één aankwam. Eenmaal in de kerk heb ik geen honger gevoeld.

Al deze moeite had ik gedaan om een uitvoering van Canto Ostinato bij te wonen. Mochten er lezers zijn die het stuk nog niet kennen: Canto Ostinato is het bekendste werk van de Nederlandse componist Simeon ten Holt (1923-2012), een stuk minimal music voor meestal twee tot veer toetsinstrumenten, met een duur van een uur of (veel) langer en veel vrijheid voor de uitvoerenden. De welluidende, vaak herhaalde klanken hebben er een heuse modern-klassieke tophit van gemaakt; het stuk trekt massa’s mensen die anders nooit naar klassiek of avant-garde luisteren. De Rooms-katholieke kerk van het lieve dorpje Werkhoven zat dan ook praktisch vol met mensen van alle standen en leeftijden.

Ik had nog nooit van het Kwartet in de Branding gehoord. Het bleken vier mooie conservatoriummeisjes die zichzelf helemaal hadden opgericht voor dit stuk: ze oefenen er wekelijks gezamenlijk op en voeren het meerdere keren per jaar openbaar uit. Als luisteraar mag je dus een gesmeerde en misschien wel bovengemiddelde uitvoering verwachten. Die kwam er ook uit.

Niet alleen waren de vrouwen nauwelijks op fouten te betrappen, ze wisten ook uitmuntend raad met Ten Holts voorschriften én vrijheden. Er is ruimte voor improvisatie in het stuk, en als je het goed doet weet de luisteraar niet waar de voorgeschreven noten ophouden en de geïmproviseerde beginnen. Zo raak je als je het stuk al een beetje kent toch het spoor bijster: hè, maar zo ging het toch niet? Het kwartet doorstond deze proef glansrijk: als de een iets deed, gingen de andere drie er onmiddellijk vloeiend in mee. Zo vloeiend dat ik me afvroeg of ze na zoveel keer echt nog wel improviseren. Toch wel, zo verzekerde één van hen me na afloop.

Deze versie van Canto had nog meer moois, iets waar andere musici nog van kunnen leren. Minimal music wordt vaak beschouwd als emotie-arme meditatiemuziek, waarbij clichés over het Oosten, onthaasting en bezinning nooit ver weg zijn. Vaak wordt dit stuk dan ook meditatief en zonder dramatische overgangen gespeeld. Maar Canto Ostinato heeft zoveel meer. Er zitten zeker veel modale motieven in, die spiritueel en middeleeuws aandoen, maar even vaak doen de samenklanken denken aan romantische muziek. Ook die dimensie haalt het Kwartet naar voren, door grote dynamiekverschillen in te bouwen en duidelijke crescendi en decrescendi in te bouwen. Soms deed het aanzwellen op een langdurig herhaald motief zelfs een beetje denken aan het slot van een Brucknersymfonie. En hoewel deze techniek niet het hele stuk door consequent werd toegepast – even na het midden vlakte het toch een beetje af – wisten ze vrouwen zo wel het stuk anderhalf uur lang spannend te houden.

Zo was het concert uiteindelijk zijn niet geringe toegangsprijs van 25 euro zeker waard, een bedrag waarmee je vermoedelijk ook de leefbaarheid van een kleine kern bevordert en het prachtige neogotische kerkinterieur in stand houdt. Een hele geruststelling dat zo’n ambitieus concert kan in een dorp van 1.600 inwoners. Ik weet niet wat jullie vanmiddag gedaan hebben, maar ik was in Werkhoven!