Het lievelingsliedje van mijn oma

Vandaag geen concerten of lezingen waar ik onlangs heen ben geweest, en ook geen nieuwe platen. Ik kreeg vanmorgen het bericht dat mijn oma in haar slaap overleden is. Een week geleden hebben we met zijn allen nog haar 95e verjaardag gevierd, maar kort daarna ging het ineens bergafwaarts. Heftig. Niet dat mijn oma nog zo jong of vitaal was, maar het is voor het eerst dat zo’n nauw verwant familielid overlijdt. Eén opa (haar man) heb ik nooit gekend; de andere drie grootouders heb ik 31 jaar mogen houden. Op zijn minst het begin van het einde van een tijdperk…

Echt goed kende ik mijn oma niet. Anders dan mijn andere opa en oma woonde ze altijd al ver weg; bezoekjes aan haar seniorenflat in Apeldoorn waren beperkt tot een paar keer per jaar. Gezellig was het altijd wel, zeker wanneer ze haar verjaardag vierde. Ik kon dan spelen met mijn enorme inventaris aan neven en nichten. En oma zelf, die had voor iedereen een beetje aandacht, al kon ze niet tot in de details bijhouden wat wij allemaal deden.

Sinds een paar jaar ging het toch iets minder goed met haar. Ze moest naar een aanleunwoning, later naar een verzorgingstehuis. Mijn tante, die vroeger zuster is geweest, nam een deel van de zorg voor haar op. En al haar kinderen kwamen één dag in de week langs – ze had er zeven, kwam dat even mooi uit!

Zelf kwam ik er niet meer zo vaak, maar als ik in de buurt was en het kwam zo uit, ging ik graag met mijn vader mee. Veel sprak ik niet met haar – dat liet ik vooral aan mijn vader over – maar ze herkende ons moeiteloos en was blij om ook mij te zien.

De voorlaatste keer dat ik haar zag, nam mijn vader ons mee naar de piano. Zoals mijn lezers misschien weten, zing ik wel eens oude Hollandse liedjes uit de jaren dertig, veertig en vijftig. “Speel maar eens wat voor oma”, zei mijn vader. De keuze was gauw gemaakt. Ik begon aan de grote tophit uit de jaren dertig, een liedje dat elke oudere Nederlander zo meezingt: “Het plekje bij den molen” van Willy Derby. “Daar bij dien molen/ dien mooien molen/ daar woont het meisje waar ik zooveel van hou.”

Oma zat er stil naar te luisteren. Ze vond het mooi. Wat mij niet opviel, maar mijn vader wel: de tranen liepen over haar wangen. “Dat is het liedje van pa”, zei ze nog. Inderdaad: mijn oma woonde ooit in het Veluwse Vaassen, bij de molen. Mijn opa, die ik nooit gekend heb en die zij de laatste 38 jaar van haar leven heeft moeten missen, zong het altijd voor haar.

In dierbare herinnering aan Hendrika Steenbeek-Mijnhout (1920-2015)