Mijn minst favoriete kerstliedje

Omdat ik niet altijd wil schrijven over muziek waar ik enthousiast van word, komt er nu een post over iets waar ik een gruwelijke hekel aan heb: kerstliedjes!

Nee, ik heb het niet over Stille Nacht, Nu sijt wellecome, In dulci jubilo of andere traditionele odes aan de Heer en Zijn geboorte. Ik heb het hier wel over kerst-popliedjes. Helemaal de vinger erachter krijgen lukt me niet. Rustige, stiekem een beetje zoetsappige muziek vind ik niet erg. Slecht geschreven zijn de meeste van die liedjes ook niet. Het probleem is dat veel van die liedjes niet een beetje zoetsappig zijn, maar wel heel erg. Bovendien zitten ze, meer dan het gemiddelde popliedje, vol clichés (klokken, sleebelletjes enz.). Ten slotte is Kerstmis, vind ik, toch al een verstikkend feest. Ik ben onkerkelijk opgevoed en zeker bij niet-gelovigen, voor wie de boodschap van hoop en een nieuw begin in de duisternis weinig inhoud heeft, wordt het al gauw een vreetfeest vol sociale verplichtingen. Helemaal erg wordt het wanneer er Amerikaanse na-aperij bij komt kijken: een slap Sinterklaasaftreksel dat bijbeunt als Coca-Colamascotte. Als het om je heen al zo’n slappe hap is, dan wil je niet ook nog zoetige liedjes op de radio horen.

Er zijn zeker uitzonderingen (zo bezit ik een prachtig vinylsingletje van The Kik waar een kerstliedje op staat), maar over het algemeen weten die kerstliedjes me toch redelijk op het nekhaar te werken. Ik zal me hier tot de ergste beperken:

  • Mud – Lonely this Christmas. Mud was een Engelse glamrockband, en zoals wel meer bands van hun soort grepen ze sterk terug op de rock van begin jaren ’60. In dit geval: op de huismoedergerichte ballads van Elvis. Dat de mannen er niet bepaald als Elvis uitzagen, maakt het ronduit lachwekkend. De genadeslag kreeg dit liedje toen ik het midden in de zomer (meer dan eens) in een Slowaaks hotel hoorde, waar ze niet de moeite namen die skiërssoundtrack in de zomer door een bergwandelaarsbandje te vervangen.
  • 2 brothers on the 4th floor – Christmas time. Ik had het zojuist over lachwekkend – nou, dit liedje kan tellen. Alle kerstclichés die er maar bestaan worden erin gepropt. Het begint al met het briljante tinkelende geluidseffect aan het begin, en gaat vrolijk verder met sleebelletjes (het hele nummer door), klokken, een trompet (natuurlijk komt die uit de synthesizer), trommels, een kinderkoor en, hooggeëerd publiek, vuurpijlen aan het eind. En natuurlijk gaat de tekst over de problemen in de wereld die wij, de nieuwe generatie, kunnen oplossen door overal ter wereld (ongeacht huidskleur) dit lied te zingen…
  • Wham! – Last Christmas. De groep staat toch al niet bekend als zeer verantwoord, maar dit liedje is niet eens leuk-fout. Weeïg, slap, clichématig, zonder de minste ritmische of intellectuele prikkel. Uitsluitend bedoeld voor bakvissen die toch al op de toenmalige kastbewoner George Michael verliefd waren. Wat het nog steeds op de radio doet, is mij een raadsel.

Nou, dat was even genoeg gezanik. Hebben jullie ook zo’n kersthit die je niet kan uitstaan? Of vinden jullie die kerstliedjes juist wel leuk en moet ik niet zo zeiken? Laat maar horen!

Hoe was jouw muziekjaar?

Dag muziekliefhebbers en andere lezers!

Het jaar zit er weer bijna op en allerwegen komen er muzieklijstjes uit: de beste singles van 2012, de beste albums van 2012, de beste liedjes (inclusief albumtracks) van 2012, de beste nieuwkomers/debuutplaten… Triggerfinger gooit hoge ogen, net als Mumford & Sons, Tame Impala, Alt-J en – hoe kan het ook anders – PSY. Natuurlijk kan ik ook zo’n lijstje maken, wel meer dan één, maar laten we eerlijk zijn: wat voegt dat toe als zoveel betaalde recensenten hetzelfde al hebben gedaan? En heel eerlijk gezegd denk ik niet dat ik alle potentieel relevante muziek van dit jaar gehoord heb. Dus wie ben ik…?

Ik gooi het over een andere boeg: ik zal jullie vertellen hoe mijn muziekjaar 2012 was. Om te beginnen, lieve mensen, ben ik afgestudeerd als musicoloog, en wel op de identiteit van Daniël Lohues. Verder heb ik een platenspeler verworven, zodat ik dit jaar voor het eerst vinyl draaide. Ook nam ik een abonnement op OOR, zodat ik met een beetje moeite helemaal hip kan doen over de geweldige popmuziek die jullie allemaal moeten horen. 😉 De klassieke muziek raakte misschien een beetje op de achtergrond, maar ik heb wel ijverig gestudeerd op de Goldbergvariaties.

Ook valt me op, dat ik erg veel nieuwe platen heb gekocht. Nog nooit heb ik in een jaar zoveel muziek gekocht, die datzelfde jaar was uitgekomen. Een overzicht:

7 albums, een EP en een single.

  • Gunder van Daniël Lohues. Zoals ik al zei, mijn afstudeerproject. Bovendien ben ik al jaren fan, dus kon, nee móést ik die plaat blind kopen. Een goede plaat; niet zijn beste.
  • Het regende zon van Ellen ten Damme. Pop- en chansonzettingen van geschreven gedichten. Heel aardig, met een paar mooie radiohits; geen meesterwerk.
  • Springlevend van The Kik. Een mooie retroband (Rotjeknorse Nederbietels), maar nooit oubollig; de titel kon niet passender worden gekozen. Sinds een week ben ik ook de trotse eigenaar van de vinylsingle Kerstliedje voor jou!
  • Babel van Mumford & Sons. Ik hoorde hun hit “I will wait for you” bij Langs de lijn en was compleet gebiologeerd. De plaat valt me niet tegen, al halen de meeste liedjes niet dat superhoge niveau.
  • Versies/Limmen Tapes van Doe Maar. Als je iets van een band als Doe Maar hoort, is je eerste reactie vaak “Hè? Leven die nog?” Nou, reken maar! Ze namen hun klassiekers opnieuw op (ietsepietsie ruiger) en huurden Neêrlands beste rappers in om hun songs te coveren. Wat heb ik met hiphop? Geen r**t. Maar dit is een steengoeie introductie!
  • Warüm van Roosbeef. Umlauten op plaatsen waar ze niet horen, dat was ooit iets voor metalbands, maar deze half-akoestische kunstpoppers doen het ook. Een mooie EP, maar een beetje esoterisch zo langzamerhand: je zult er geen volle zalen mee trekken.
  • The 2nd law van Muse. Ook hun platen koop ik altijd blind en ze zijn nog steeds goed, maar het niveau van Origin of Symmetry zullen ze nooit meer halen. Misschien raken ze, indachtig het concept, langzaam de grens van wat een plaat aan bombast kan hebben.
  • Alles is ijdelheid van Broeder Dieleman. Het tegenovergestelde van de vorige plaat. Jullie kennen mijn mening hierover: koopt hem allen!

Tot zover mijn lofzang over de platen die ik heb aangeschaft. Ik heb nog wel meer muzikale dingen beleefd, maar voorlopig weten jullie genoeg. Nu is het jullie beurt. Heb je dit jaar ook nog platen/cd’s gekocht? Zo ja, welke dan? En wat voor muziek zal jullie het meest bijblijven? Schroom niet en vertel het mij!

Broeder Dieleman – Alles is ijdelheid

Dialectmuziek is al jaren een van mijn favoriete genres, en Zeeland was vijf jaar lang mijn woongebied. Op echt goede pop in het Zeeuws was het helaas lang wachten: ik heb natuurlijk niet alles gehoord, maar wat ik tot nu toe aan Zeeuwstalige muziek kende, bestond uit boertige ‘rock ’n lollbands’ en ‘streekroman-troubadours’.

Des te blijer ben ik nu met de eerste muzikant die zich kan meten met de grote namen uit de dialectpop, de eerste Zeeuws gezongen plaat althans die in de Randstad de aandacht trekt. Broeder Dieleman, een Zeeuws-Vlaming (Overkanter, Reservebelg) die in het Axels zingt, tekende bij het alternatieve label Beep! Beep! Back up the Truck en stond begin deze maand op Le Guess Who?, waar hij Alles is ijdelheid presenteerde.

Dieleman liet zich voor deze plaat inspireren door een groot aantal folk- en countryartiesten, en maakte zo acht liedjes (een negende sampletrack maakt de plaat compleet) waarin hij zich met gitaar of banjo begeleidt. Elk liedje krijgt extra aankleding door toevoeging van een tweede (vrouwelijke) vocalist, een klokkenspelletje, een harmonium, elektronische geluiden en samples uit preken. Liveversies van zijn liedjes bewijzen dat dit een goede keuze is: met gitaar/banjo alleen worden ze soms iets langdradig.

De sfeer op de plaat is hypnotiserend. De muziek eist je aandacht volledig op en de teksten zijn dan weer beklemmend, dan weer troostend. Er spreekt nostalgie uit naar de geborgenheid van zijn jeugd, maar ook angst en eenzaamheid. Centraal staat het dunbevolkte polderland, en het zware gereformeerde geloof. Een geloof dat letterlijk doorklinkt in verschillende samples (vooral in het verder instrumentale ‘Zingen bij beurte’), maar waarvan hij ten slotte lijkt afgestapt: het laatste liedje is veel pastoraler en draagt de zeer katholieke titel ‘O.L.V. in de polder’. De teksten zijn niet overdreven vaag, maar laten soms te raden over. Broeder Dieleman houdt in elk geval van vogels (‘Aolle veugels van de zee vliege langzaam mee je mee’) en voelt zich, zoals meer mensen uit zijn streek, afgesneden van de rest van Nederland (‘De Schelde wordt de Jordaan’). Details over zijn liefdesleven of politieke overtuiging komen we niet te weten.

Alles bij elkaar is Alles is ijdelheid een prachtige debuutplaat: de teksten niet clichématig en niet te hoogdravend, de muziek niet te standaard en niet te artistiekerig en een goede balans tussen somber en weldadig. Op zijn volgende platen zou hij iets meer variatie in zijn liedjes kunnen leren brengen, maar dat is de enige kritiek die ik op dit album te leveren heb.

‘Duuzend veugels’ op YouTube: