Gaudeamus Muziekweek 2015 – The new masters of contemporary music

Op de Gaudeamus Muziekweek, die helemaal gewijd is aan levende en in de eerste plaats jonge componisten, zegt zo’n titel nogal weinig. Toch had dit concert, gehouden in de hoge, moeilijk bereikbare zaal Cloud Nine, een duidelijke verbindende factor: alle werken waren voor groot ensemble met elektronica, deels op band, deels live.

Het concert opende met Kurzschluss van de Duitser Sergej Maingardt. Deze componist is gefascineerd door het kapotte, het gedeconstrueerde, het buiten werking gezette, en baseert zijn werken vaak op haperende, door de mangel gehaalde samples. Dit werk, een wereldpremière, doet zijn naam eer aan: de storende brom- en ruisgeluiden doen onmiddellijk aan kortsluiting denken.
  De geluiden kwamen zowel van de instrumenten als van de tape, maar de laatste had bepaald wel de hoofdrol. Het leek eerder alsof de compositie in haar geheel op de band stond terwijl de akoestische instrumenten er bij de gratie van de elektronica ook wat geluid bij mochten maken. Maar belangrijker: het muzikaal betoog liet te wensen over. Het is erg gemakkelijk om een muziekstuk met samples te slopen, maar dan heb je er nog geen nieuw muziekstuk mee opgebouwd. Verder dan wat opzwepende ritmes in zijn storende geluiden komt Maingardt niet.

In het volgende stuk was de balans tussen geluidsband en live-ensemble al weer een stuk beter. We get requests heette het, naar een elpee van Oscar Peterson, maar jazzinvloed viel er niet (duidelijk) in te horen. De vele instrumenten speelden drukke, over elkaar heen buitelende atonale loopjes, in het midden afgewisseld door een rustiger gedeelte. De samples bleven vaak op de achtergrond maar werden soms erg concreet. Het beste bleef me een geluid als van een gillende aap bij. Hoewel het stuk verfijnder had gekund, maakte het me wel blij: met zijn veelheid aan verschillende klankkleuren werd het IMEA-ensemble een jukebox: letterlijk een rammelkast, maar een die je beslist wel voor je plezier aanzet!

Van het derde stuk had ik veel gehoopt. De titel luidde namelijk Stockhausen on Sirius, en ik heb me al een tijdje geleden tot Stockhausenfan verklaard. Het gaat natuurlijk om de rare verhalen die de Duitse grootheid op latere leeftijd vertelde, als was hij geboren op de ster Sirius. Ook de verwijzing naar de compositie uit 1977 met die naam is duidelijk. De componist, František Chaloupka uit Tsjechië, was gefascineerd door deze esoterische grootspraak en bedoelt dit werk als “een bericht terug” van de aarde aan Sirius.
  In de muziek hoeven we de overeenkomsten niet te zoeken (hoewel de techniek van op elkaar reagerende musici er wel op gebaseerd is). De sfeer is meer minimal of ambient, met trage klankvelden waaruit schrille, ellenlange fluittonen en extreem hoge vioolflageoletten naar boven komen. In het midden horen we een forte-passage met een ritmisch trommelgeluid. Is dat, te midden van alle zweverige, ijle klanken, het banale gezicht van de aarde waar niet alles goed gaat en ook al eens oorlog wordt gevoerd?

Als laatste stond DUALITIES van de Griekse genomineerde Stylianos Dimou op de lessenaar. Dat laatste werd erg plastisch duidelijk bij de cello, een van de twee solo-instrumenten (het andere was de fluit): wat een knaap van een solopartij had die cellist op twee lessenaars neer te zetten!
  De titel van het werk wordt onmiddellijk duidelijk bij het kijken en luisteren naar de muziek. De twee solisten gaan in dialoog met elkaar, zij samen staan tegenover het orkest, de live-instrumenten staan bij elkaar weer tegenover de geluidsband. Deze band nam in dit stuk nu eens de bescheiden rol van begeleider in. Desondanks was hij altijd goed te horen; meer dan van het ensemble gezegd kon worden. De twee solopartijen waren intens en veeleisend, wat wel bleek aan het compleet kapotgestreken haar op de strijkstok van de cellist.

Zo eindigde het concert een stuk leuker dan het begonnen was. Vooraf had ik me erg zorgen gemaakt over het geluidsniveau van deze versterkte muziek. Dat viel mee: het was hard, maar nog net acceptabel en redelijk ongevaarlijk. Het meest penetrante geluid kwam nog van de fluit, die dat geheel onversterkt klaarspeelde. En wat de muziek betreft: aan Dimou hebben we best een kanshebber voor de eindzege.