Honderd keer pop in je moerstaal (63)

Dit jaar schrijf ik een geschiedenis van de Nederlandstalige popmuziek in honderd chronologische stukjes, steeds geconcentreerd rondom één nummer. Vandaag deel 63.

Het afgelopen decennium werden we doodgegooid met Gordon. Hij figureerde in irritante programma’s met Gerard Joling en mocht de onbeschaafde lul uithangen in jury’s voor talentenjachten. Ieder jaar zagen we hem kaler en dikker worden; dat laatste leidde tot suikerziekte. Verder vocht hij met Joling wat ruzietjes uit en had hij weinig geluk in de liefde. Dat alles werd zo breed mogelijk in de roddelpers uitgemeten: aandacht!
  Ooit, in de jaren negentig, was Gordon Heuckeroth een zanger. Niet zo een van het type dat met de Toppers af en toe wat Hollandse liedjes kweelt, maar echt een zanger die nieuw materiaal uitbracht en hits haalde. Over de kwaliteit van composities en zang kunnen we van mening verschillen, maar hij was echt bekend omdat hij muziek maakte. En niet alleen omdat hij bekend was.

Gordon brak begin jaren negentig door met hits als “Kon ik maar even bij je zijn” en “Ik bel je zomaar even op”. Zijn popmuziek had invloeden uit de soul, zoals dat in de jaren negentig steeds gewoner werd (aflevering 51). Zo raakte hij langzaamaan geïnteresseerd in een nieuwe stijl: de r&b.
  R&b is eigenlijk een afkorting voor rhythm and blues, de stijl die aan de wieg van de rock ’n roll stond en waaruit later de klassieke soul voortkwam. Intussen verstaan we er iets anders onder; de enige overeenkomst met de r&b van de jaren vijftig en zestig is dat het ‘zwarte’ muziek betreft. Om verwarring te voorkomen wordt de nieuwe stijl ook weleens ‘urban pop’ genoemd.
  De nieuwe stijl ontstaat eind jaren tachtig. Zwarte muzikanten zijn het er niet over eens welke kant ze op moeten. De disco is ingestort, de funk is uitgeraasd. Hiphop verovert de wereld, maar niet iedereen, ook niet elke zwarte Amerikaan, is daar even blij mee. Zo ontstaat er, bij artiesten als Bobby Brown, een softe, elektronische stijl die duidelijk op de klassieke soul teruggrijpt. Vooral de zang, met veel aan de gospel ontleende melisma’s, brengt de muziek tot leven. De begeleiding komt vooral uit de computer; daar moet de soul niet van komen.

Ook in Nederland wordt de stijl opgepakt. Zoals te verwachten slaat de nieuwe ‘zwarte’ muziek vooral aan bij Surinamers. Arnhemsgewijs probeert het in 1996 al in het Nederlands. Re-Play, een groep uit Rotterdam, schakelt datzelfde jaar (onder invloed van Arnhemsgewijs?) ook op het Nederlands over.
  Daarmee trekken ze de aandacht van Gordon. Ze besluiten samen te werken. De single “Never nooit meer” wordt hun inzending voor het Songfestival van 1999. Ze mogen Nederland uiteindelijk niet vertegenwoordigen, maar het nummer wordt wel een hit (denk ook aan Clouseau, aflevering 42).

Tja, het is een clichématig liefdesliedje. Dat hoort wel een beetje bij de stijl. De ikpersoon dacht dat hij nooit meer succes in de liefde zou halen, toen kwam zijn huidige partner (in het filmpje door een bikinimodel weergegeven) en dit gaat natuurlijk nooit meer over. Ik moet toch een beetje lachen als ik denk aan de manier waarop Gordon de laatste jaren in het nieuws kwam. Hij wisselde zowat wekelijks van partner…
  Maar dat een tekst niet zo bijzonder is, kan ook een voordeel zijn. De teksten van Arnhemsgewijs liepen vaak wat houterig, met veel verkeerde klemtonen (wat ik ze verder niet kwalijk neem: dankzij hun pionierswerk kwam de Nederlandstalige r&b van de grond!). Deze tekst loopt lekker en gaat daardoor van hap-slik-weg. Op één detail na: de titel. Het tautologische ‘never nooit’, dat hoor je veel in de volkstaal van de Randstad. Het kan bijvoorbeeld Rotterdams zijn (Re-Play komt immers uit Rotterdam), of Amsterdams (de moedertaal van Gordon). Juist omdat het niet helemaal netjes Nederlands is, springt het eruit in een verder keurige tekst.

Ook op de samenzang valt niet veel af te dingen. De mannen zingen keurig zuiver en hun stemmen passen goed bij elkaar. Natuurlijk kon je ook in 1999 met studiotrucs een hoop voor elkaar krijgen. Maar toch: als je hoort hoe vals Gordon tien jaar later op het Songfestival “Shine” zou kraaien, klinkt dit als een nostalgische verademing.
  Misschien zou “Never nooit meer” anno 2017 geen hit worden. Het klinkt een beetje standaard. De maatsoort is 6/8 (en niet 4/4), dat valt wel op, maar verder zijn er geen muzikale details die eruit springen. Maar bedenk: anno 1999 was r&b voor een poppubliek nog een frisse en redelijk nieuwe stijl. Achttien jaar later zijn we er compleet mee doodgegooid. En uitzonderingen niet te na gesproken is het genre niet al te sterk vernieuwd…