Gaudeamus Muziekweek 2014 – Zangzucht

Gisteren was het het blazen in de fluit, vandaag waren het de lokfluitjes. Deze rare dingen waren in bijna alle composities te horen. Zangzucht heette het concert in de Geertekerk, maar het had ook Theaterzucht kunnen zijn. Concept en theater waren de verbindende factor.

“Hoofdgast” was de Oekraïense Anna Korsoen. Er klonken drie werken van haar; volgens de inleiding bijna haar volledige oeuvre.
  Het concert opende met Plexus, een stuk waarin vijf musici behalve hun instrumenten (al dan niet met bijzondere technieken) een hele keur aan alledaagse voorwerpen gebruiken en bovendien een aardig potje theater weggeven. Iets dergelijks hebben we al op het openingsconcert gezien, maar het werd nog veel mooier. De componiste schreef ineens kazoos voor. Stel je voor: de meest vooraanstaande avantgardemusici van Nederland moeten een instrument uit het kleuteronderwijs gebruiken! Ik kreeg spontaan zin om mee te doen – waarom hadden wij in het publiek geen kazoos?
  Wehmut was voor een deel van hetzelfde laken een pak. De musici, waaronder nu ook zangers, moesten niet-alledaagse geluidseffecten voortbrengen door bijvoorbeeld hun bladmuziek te verfrommelen en door te scheuren. Door de ruisklanken heen klonk echter een breekbare, tonale melodie, op (jawel) de kazoo. Midden in het werk kwam er een al even breekbaar duet tussen twee zangeressen, een op het podium en een achter in de kerk. Het publiek werd opgesloten in de muziek.
  Vocerumori, het derde werk van Korsoen, was eenvoudiger. Rumore, dat betekent zowel ‘ruis’ als ‘lawaai’, en het was het toverwoord van de Italiaanse futuristen. Net als deze groep componisten lijkt de Oekraïense hier vooral auto’s en andere machines te willen uitbeelden. De zangers roepen op den duur zelfs nadrukkelijk ‘broem broem’. (Ik kon niet laten om er achteraan te denken: nee juffrouw, mijn benzine is op!)

En kijk eens wie er nog meer op het programma stond! Benjamin Scheuer, de genomineerde die gisteren al in het openingsconcert voorkwam. Maar bij zijn Kaleidoscope was het of ik een andere componist bezig hoorde. In plaats van de varkentjes en badeendjes stonden er nu vier meisjes, vier jonge Cathy Berberians, die alle vier de derde Sequenza van Berio stonden te zingen. Tenminste, de vergelijking drong zich op. Ook hier was een korte tekst verdeeld over een stuk met veel bijzondere (bijzonder moeilijke) zangtechnieken. Wel gebruikten de uitvoerenden er hulpmiddelen bij als een melodica en, jawel, een lokfluitje. Wat ik gisteren van Absurde Apparate vond, een gebrek aan samenhang, was nu in de verste verte niet aan de orde: wat hield dit stuk ons in spanning!

Tot slot gaf de Russin Anna Michailova een teaser voor een nieuwe opera weg. Het stuk maakt indruk maar was me wat te theatraal en te weinig muzikaal. Concreet: aan het begin en einde werd er driestemmig gezongen, daartussenin vooral gesproken en gedoehetzelfd (kistjes doorzagen, touwen aanspannen etc.).

Een goede kunstenaar herken je aan één ding: hij kan ook mensen bereiken die niet tot zijn publiek horen. Anna Korsoen kan dat: ik heb weinig op met conceptuele, theatrale muziekwerken, maar zij wist me te raken, en niet zo’n beetje ook. Zo’n ervaring, om eens fijn uit je hokje gesleurd te worden, daar doe je het toch allemaal voor?