Honderd keer pop in je moerstaal (25)

Dit jaar schrijf ik een geschiedenis van de Nederlandstalige popmuziek in honderd chronologische stukjes, steeds geconcentreerd rondom één nummer. Vandaag deel 25.

Na dit stukje zitten we op een kwart van de reeks, en nu al zijn we in de jaren tachtig beland. De meeste Nederlandstalige popmuziek is de afgelopen 35 jaar gemaakt, dat is wel duidelijk.
  De overgang van de jaren zeventig naar de jaren tachtig verloopt hier vrij geruisloos. Net als de afgelopen twee weken bespreken we vandaag weer een band uit het linkse undergroundcircuit. Hoewel… van alle bandjes uit die hoek was Braak, want daar gaat het om, wel een van de bekendere. Misschien gingen ze al de kant van alternatief op.

Ik maakte kennis met Braak tijdens het schrijven van mijn bachelorscriptie. In de scriptie zelf komt de band niet voor: Braak heeft nooit een hit gehaald en het werkstuk ging om hitmuziek. Niettemin werden ze in boeken en artikelen over Nederlandstalige muziek vaak genoeg genoemd.

Braak werd in 1978 opgericht, maakte al gauw naam (in elk geval in Utrecht) en kwam in 1980 met zijn belangrijkste plaat, Suite voor een hypochonder. Muzikaal voorbeeld was Little Feat. Hiermee viel de band buiten de boot. De andere groepen uit de vroege Nederlandstalige golf opteerden in de geest van de punk vooral voor gemakkelijke stijlen; Braak koos meteen voor ongemakkelijke jazzrock met veel chromatiek en bevreemdende elementen.
  De teksten zijn net zo links en maatschappijkritisch als het werk uit de afgelopen episodes, maar spelen zich op een heel ander niveau af. Laagje op laagje ironie in een conceptplaat waarin de bandleden in de huid van verschillende types kruipen, dat is nogal een verschil met het onbewerkte geschreeuw van Tedje en de Flikkers.

We bespreken vandaag het nummer “Ik ben oké”. Dat staat niet los op YouTube. De volledige plaat en de liveperformance uit 2006 zijn wel geüpload. We luisteren naar de laatste. Ons liedje begint rond 3’43”.

Het liedje begint meteen al kunstzinnig. Terwijl de falsetuithaal van Hans Kosterman nog doorklinkt, horen we een voorspel met een akkoordprogressie die Drukwerk en Tedje en de Flikkers nog nooit van hun leven gehoord hadden. Het tempo lijkt wat te laag te liggen voor de harde muziek, wat een ongemakkelijk gevoel geeft. Doommetal zouden we deze stijl later noemen, maar dat bestond nog niet.
  De tekst is weer uiterst links. We horen een op zich legitiem, maar erg belerend verhaal over de verschillen tussen arm en rijk, en dat ook linkse mensen daar schuldig aan zijn:

     Het klinkt allemaal heel logisch:
     gelijk loon voor iedereen.
     Maar als ik dan naar jou kijk,
     dan zie ik al meteen:
     dat jouw tabak niet duur is
     wordt uiteindelijk ook bepaald
     door die verneukte boeren op Java
     want die worden zwaar onderbetaald!

Tja, geen speld tussen te krijgen. Toch zorgt Braak ervoor dat we het personage dat hier spreekt geen moment sympathiek vinden. Kritiek op een geestverwant en zelf met een button rondlopen om iedereen maar te tonen hoe links hij wel is:

     Ik draag een button.
     Ik ben oké!

Waar Braak nu eigenlijk heen wil met dit nummer wordt niet duidelijk. Misschien willen ze wel nergens heen. Wat is wijsheid: tot het gaatje gaan om de wereld beter te maken of met kleine stapjes veranderen? In het intellectuele wereldje waar Braak uit kwam kende iedereen wel zo’n vervelende betweter. Moest je luisteren naar zijn eeuwige dogmatische gedram?

De rest van de plaat maakt de zaak niet duidelijker. Zoals de titel al aangeeft, zijn angst en ongewisheid de centrale thema’s op de plaat. De maatschappij van 1980 maakt bang en eenzaam. Engagement ontaardt in cynisme, en uiteindelijk worden de mensen gewoon schaamteloos materialistisch (“Ik ben klaar voor de champagne”). Een serie hartenkreten, taai maar memorabel verklankt op een unieke plaat van een unieke band.

Braak kon in de verste verte niet meeliften op de aanstaande Nederpopgolf rond Doe Maar. Daarvoor waren ze veel te artistiekerig. Maar anders dan bij die andere unieke conceptplaat, Zilverdael (zie aflevering 19), bleef Suite voor een hypochonder niet onopgemerkt. Het album gooide hoge ogen bij de critici en kwam bij zijn 25e verjaardag in 2005 op cd uit. De cd-uitgave werd gevolgd door een optreden in Vredenburg, waar de band na al die jaren nog steeds in geweldige vorm bleek te steken. Deze versie zien we hierboven.

Ikzelf was in 2006 nog niet met mijn bachelorscriptie bezig. Zodoende kende ik Braak nog niet en gingen heruitgave en theateruitvoering aan me voorbij. Rond 2009 kocht ik de cd alsnog.
  Veel later maakte ik ook kennis met een van de bandleden: Hans Kosterman, gitarist en zanger die in de nummers vaak met een eigenaardige falsetstem zingt. Ik heb met hem echter niet over de band kunnen praten. Toen ik hem leerde kennen, lag hij compleet verlamd in een verzorgingstehuis waar ik vrijwilligerswerk deed. Een jaar of twee daarna was hij dood.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.