Top en Snob 2000 – editie 2019

Ik heb dit jaar gestemd voor zowel de Top 2000 als voor de Snob 2000. (De Snob 2000? Jawel, dat is het alternatieve lijstje met nummers die, volgens de initiatiefnemers zeer onterecht, niet in de keuzelijst voor de Top 2000 staan.) Dat deed ik dit jaar niet voor het eerst, maar dit jaar kies ik ervoor om mijn keuzes hier met jullie te delen.

De voornaamste reden: je krijgt als je gestemd hebt wel een link naar je persoonlijke lijstje in je Postvak In, maar die blijft niet eeuwig werken. Waar ik vorig jaar in de Snob 2000 precies op gestemd heb? Al sla je me dood… Daarnaast kan ik hier op mijn website rustig, en met zoveel woorden als ik nodig heb, delen waarom ik nou net die nummers heb gekozen. Sommige nummers, vooral de Nederlandstalige, heb ik al eens individueel besproken, bij andere moet ik de reden van mijn voorliefde nog delen.

Hoewel de Top 2000 oorspronkelijk bedoeld was als “een lijst van de 2000 beste nummers ooit” (deel van de milenniumgekte die eind 1999 heerste), lever ik nooit twee jaar dezelfde lijst in. “Beste” vind ik een veel te subjectief begrip. Ik vertrouw gewoon op mijn geïnformeerde, goed beargumenteerde smaak. Er zijn wel een paar terugkerende favorieten, maar een groot deel van mijn lijstje bestaat gewoon uit momentane lievelingetjes. Concreet betekent dit dat ik naast Boudewijn de Groot en Daniël Lohues ook een beetje goth rock dan wel darkwave heb toegevoegd, want daar ben ik de laatste maanden erg mee bezig.

Mijn stemlijst voor de Top 2000

  • The Beatles – I want to hold your hand
  • Chuck Berry – Johnny B. Goode
  • Björk – It’s oh so quiet
  • Bløf – Omarm
  • Boudewijn de Groot – Testament
  • Doe Maar – Sinds 1 dag of 2 (32 jaar)
  • Extince – Spraakwater
  • Daniël Lohues – Hier kom ik weg
  • Marco Borsato – Rood
  • Metallica – Master of puppets
  • Mumford & Sons – I will wait
  • Muse – Plug in baby
  • Neet oét Lottum – Hald mich ’s vas
  • New Order – Blue Monday
  • Queen – ’39
  • Shakira – Whenever, wherever
  • Superorganism – Everybody wants to be famous

Een paar Nederlandstalige keuzes lichten al blauw op; die liedjes heb ik in 2017 in mijn rubriek over Nederpop behandeld. Bij andere acts heb ik nu net niet gestemd op het liedje dat ik in mijn rubriek besprak. Van Doe Maar vind ik “Sinds 1 dag of 2” nu eenmaal leuker dan “De bom”, dat ik om heel andere redenen heb besproken. Bij Daniël Lohues was de keuze vrij beperkt. “Hier kom ik weg” verdient mijn stem echter beslist wel. Het is een aangenaam liedje en het blijkt eeuwigheidswaarde te hebben. Bij FC Emmen zie je de titel op de tribune. “Hier kom ik weg” betekent vooral: het is hier niet beter of slechter dan elders, maar dit is míjn gebied en ik voel er een band mee.

Mijn keuze voor oude (pre-punk) liedjes is beperkt gebleven tot het absolute minimum: twee artiesten die in geen poplijst mogen ontbreken – einde discussie. Chuck Berry is de uitvinder van de popmuziek en “Johnny B. Goode” is het meest typerende van al zijn nummers. Ook de grootste, beste en invloedrijkste band uit het zonnestelsel moet er hoe dan ook in. Ik heb daarom gekozen voor een vroeg nummer met een simpele liefdestekst maar een voor popmuziek heel origineel akkoordenschema. Volgens John Lennon werd dit liedje “oogbal aan oogbal”, in bijna telepathisch teamwork, geschreven.
  O wacht, toch een klein beetje gejokt: ook “’39” van Queen staat erin. Dat is natuurlijk geen onontbeerlijk liedje. Ik wilde Queen er wel in, maar wilde niet voor dat eeuwige “Bohemian rhapsody” of hun andere zware progklassiekers gaan. Dit nummer heb ik gekozen vanwege zijn onverwachte wending. Het lijkt een simpel folkliedje met een archaïsche tekst over een verre queeste, maar het blijkt te gaan over een ruimtereis en tijdsdilatie. Echt een liedje voor de astrofysicus Brian May.
  De progrock moet zich maar behelpen met Muse, in veel opzichten een neo-progband maar vooral een oude liefde van me. Al sinds mijn studententijd ben ik helemaal gek van ze. In het begin van die fase was ik ook fan van Shakira, die ik nog steeds bewonder. Het is vrij uitzonderlijk dat een artiest uit een regionale markt (Latijns Amerika) de overstap naar de wereldtop maakt, al stond de K-pop dit decennium klaar om met die trend de breken. Anno 2019 staat Shakira in Zuid-Amerika nog steeds aan de top; voor het internationale elan mag ze er best in.
  Sinds wanneer ben ik fan van Mumford & Sons? Als je ‘fan’ ruim definieert sinds 2012. Ik hoorde toen voor het eerst hun “I will wait” bij Langs de Lijn en ik was gebiologeerd. (Te mijner verdediging: ik ben me later dat jaar pas voor het eerst sinds jaren weer systematisch in popmuziek gaan verdiepen.) Op dit moment is het idioom – folk voor een massapubliek – uit de gratie geraakt wegens te zwaar uitgemolken, maar destijds… ze kregen huisvrouwen en hipsters samen naar het stadion!

Dan nu mijn andere lijstje,
Mijn stemlijst voor de Snob 2000

  • The Beatles – Happiness is a warm gun
  • Clean Pete – Het zijn er niet veel
  • Deutsch Amerikanische Freunschaft – Der Mussolini
  • Grauzone – Eisbär
  • De Heideroosjes – Eén oorlog tegelijk
  • De Heideroosjes – Sjonnie en Anita
  • Laibach – Life is live
  • Malaria – Kaltes klares Wasser
  • Nightwish – Ghost love score
  • Nynke Laverman – Heechspanning
  • Roosbeef – Onder invloed
  • Sigur Rós – Starálfur
  • Siouxsie & the Banshees – Israel
  • Superorganism – Everybody wants to be famous
  • Trio – Da da da
  • The Velvet Underground – Heroin

Die recente tik van vleermuizenmuziek, daar is geen woord aan gelogen ziet u wel. Bij de Top 2000 was de keuze beperkt; daarom tref je daar alleen “Blue Monday” aan. De stemmers op de Snob 2000 zijn blijkbaar een stuk somberder aangelegd: je vindt Malaria en Siouxsie & The Banshees er moeiteloos in terug. Ik heb me trouwens meer toegelegd op NDW-muziek, die niet per se in gothicsferen zit maar wel iets sinisters heeft. Of gewoon iets avant-gardistisch. “Eisbär” is een prima voorbeeld.
  Hé, Superorganism vind je in beide lijsten terug met hetzelfde liedje. Hoe kan dat? Doordat het liedje niet in de gewone stemlijst staat. Je kunt een aantal vrije keuzes toevoegen, maar wegens weinig kans maak ik daar maar spaarzaam gebruik van. Alleen dit liedje moet er echt wel in. Niet eens omdat ik het geweldig vind (meer ‘gewoon leuk’), maar omdat ik er wel mainstreampotentie in zie.
  Overigens bevat mijn Snob-lijst ook twee nummer die niet op de kieslijst stonden: “Eén oorlog tegelijk” en “Life is live”. Het eerste nummer, een folkpunk-versie van een liedje van Jeroen van Merwijk (een van de zeikerigste cabaretiers van Nederland, warm aanbevolen), vind ik gewoon heel grappig. Het tweede is ook een melige cover (en een beetje fout), maar tevens een klassieker die gewoon in de lijst hoort. Overigens is het (mede?) aan mijn eerdere activisme te danken dat “Da da da” (ook al zo’n klassieker!) nu tenminste bij de Snob 2000 in de keuzelijst staat.
  Verder nog dit: in mijn Top 2000 staan wat weinig vrouwen. In de Snob 2000 is de verhouding al een stuk minder scheef. Ook daar laat de grote lijst een flinke steek vallen. Dat Clean Pete het collectief bewustzijn nog niet bereikt heeft, vind ik tot daaraan toe, maar dat je niet op Roosbeef kunt stemmen is eigenlijk schandalig. Leo, doe er wat aan!

Dat was het, voor dit jaar. Binnenkort mogen we lekker plaatjes gaan luisteren, eerst de Snob, dan de Top. Misschien schrijf ik volgend jaar nog wel wat stukjes over de liedjes van mijn keuze, maar pin me nergens op vast.

Hoe was jouw muziekjaar?

Dag muziekliefhebbers en andere lezers!

Het jaar zit er weer bijna op en allerwegen komen er muzieklijstjes uit: de beste singles van 2012, de beste albums van 2012, de beste liedjes (inclusief albumtracks) van 2012, de beste nieuwkomers/debuutplaten… Triggerfinger gooit hoge ogen, net als Mumford & Sons, Tame Impala, Alt-J en – hoe kan het ook anders – PSY. Natuurlijk kan ik ook zo’n lijstje maken, wel meer dan één, maar laten we eerlijk zijn: wat voegt dat toe als zoveel betaalde recensenten hetzelfde al hebben gedaan? En heel eerlijk gezegd denk ik niet dat ik alle potentieel relevante muziek van dit jaar gehoord heb. Dus wie ben ik…?

Ik gooi het over een andere boeg: ik zal jullie vertellen hoe mijn muziekjaar 2012 was. Om te beginnen, lieve mensen, ben ik afgestudeerd als musicoloog, en wel op de identiteit van Daniël Lohues. Verder heb ik een platenspeler verworven, zodat ik dit jaar voor het eerst vinyl draaide. Ook nam ik een abonnement op OOR, zodat ik met een beetje moeite helemaal hip kan doen over de geweldige popmuziek die jullie allemaal moeten horen. 😉 De klassieke muziek raakte misschien een beetje op de achtergrond, maar ik heb wel ijverig gestudeerd op de Goldbergvariaties.

Ook valt me op, dat ik erg veel nieuwe platen heb gekocht. Nog nooit heb ik in een jaar zoveel muziek gekocht, die datzelfde jaar was uitgekomen. Een overzicht:

7 albums, een EP en een single.

  • Gunder van Daniël Lohues. Zoals ik al zei, mijn afstudeerproject. Bovendien ben ik al jaren fan, dus kon, nee móést ik die plaat blind kopen. Een goede plaat; niet zijn beste.
  • Het regende zon van Ellen ten Damme. Pop- en chansonzettingen van geschreven gedichten. Heel aardig, met een paar mooie radiohits; geen meesterwerk.
  • Springlevend van The Kik. Een mooie retroband (Rotjeknorse Nederbietels), maar nooit oubollig; de titel kon niet passender worden gekozen. Sinds een week ben ik ook de trotse eigenaar van de vinylsingle Kerstliedje voor jou!
  • Babel van Mumford & Sons. Ik hoorde hun hit “I will wait for you” bij Langs de lijn en was compleet gebiologeerd. De plaat valt me niet tegen, al halen de meeste liedjes niet dat superhoge niveau.
  • Versies/Limmen Tapes van Doe Maar. Als je iets van een band als Doe Maar hoort, is je eerste reactie vaak “Hè? Leven die nog?” Nou, reken maar! Ze namen hun klassiekers opnieuw op (ietsepietsie ruiger) en huurden Neêrlands beste rappers in om hun songs te coveren. Wat heb ik met hiphop? Geen r**t. Maar dit is een steengoeie introductie!
  • Warüm van Roosbeef. Umlauten op plaatsen waar ze niet horen, dat was ooit iets voor metalbands, maar deze half-akoestische kunstpoppers doen het ook. Een mooie EP, maar een beetje esoterisch zo langzamerhand: je zult er geen volle zalen mee trekken.
  • The 2nd law van Muse. Ook hun platen koop ik altijd blind en ze zijn nog steeds goed, maar het niveau van Origin of Symmetry zullen ze nooit meer halen. Misschien raken ze, indachtig het concept, langzaam de grens van wat een plaat aan bombast kan hebben.
  • Alles is ijdelheid van Broeder Dieleman. Het tegenovergestelde van de vorige plaat. Jullie kennen mijn mening hierover: koopt hem allen!

Tot zover mijn lofzang over de platen die ik heb aangeschaft. Ik heb nog wel meer muzikale dingen beleefd, maar voorlopig weten jullie genoeg. Nu is het jullie beurt. Heb je dit jaar ook nog platen/cd’s gekocht? Zo ja, welke dan? En wat voor muziek zal jullie het meest bijblijven? Schroom niet en vertel het mij!